Samenvatting
Yokami Futsu, of Fu-chan zoals hij algemeen bekend staat, werd opgevoed door zijn grootvader nadat zijn vader stierf. Maar nu was ook zijn grootvader overleden, met achterlating van een grote schuldenlast. Op de begrafenis verschijnt plotseling de neef van zijn grootvader (die zelf griezelig veel op opa lijkt!) en verklaart dat hij voor hem wil zorgen. Samen gaan ze in een vervallen, vervallen huis wonen en het is Fu-chan verboden sommige andere delen van het huis binnen te gaan. Op een avond ontmoet hij een mysterieuze knappe man in het huis en krijgt meteen het gevoel dat hij hem eerder heeft gezien – ook al ontkent de man het zelf desgevraagd. Voeg daarbij het vreemde en belachelijke gedrag van zijn neef, dat Fu sterk aan zijn zorgeloze grootvader doet denken, en de wilde geruchten die de ronde doen, en Fu wordt erg achterdochtig. En wat zijn al die dromen die hij al heel lang heeft, dromen die lijken alsof het hem echt is overkomen, in plaats van alleen maar een paar regelrechte, willekeurige dromen…? En wie is werkelijk die man die Fu die avond was tegengekomen en waarom krijgt hij zulke sterke gevoelens als hij bij hem in de buurt is?