Samenvatting
De poort die de zielen van de doden naar de onderwereld leidt – die “Shisei Gokumon” wordt genoemd. Er staat een wachter aan de voor- en achterkant van de poort. De zwarte Gozu en de witte Mezu. De enige keer dat ze elkaar kunnen ontmoeten is tijdens de korte tijdsduur waarin de poort open is.
‘Ik wil de in het donker geverfde demon met de ossenkop aanraken.’
"Ik wil de zuiver witte demon met het paardenhoofd niet bevlekken."
Twee wezens die elkaar nooit mogen aanraken, ondanks hun wederzijdse genegenheid. Zo dichtbij... en toch zo ver. Die gedachten zouden alleen maar kunnen leiden tot... Als ze menselijk waren, zou dit misschien 'liefde' kunnen worden genoemd.